Nationaal Park Sangay, Ecuador

Het grootste vastelandspark van Ecuador ligt in het midden van het land en is omgeven door de provincies Morona Santiago, Chimborazo, Tungurahua, Cañar en Pastaza. Het park heeft een variëteit aan ecosystemen: van droge landschappen tot besneeuwde Andes-bergtoppen en van tropische bossen tot ijzige velden. Het Sangay Nationaal Park beschikt over elk klimaat. Sinds 1983 staat het park op de UNESCO werelderfgoedlijst samen met de andere Ecuadoraanse bezienswaardigheden: de Galapos eilanden, koloniaal Quito en de ommuurde stad Cuenca. Het Sangay park is ideaal voor bergbeklimmers, paardrijders, wandelaars en mountainbikers die willen genieten van de adembenemende uitzichten.

• Sangay Nationaal Park bevindt zich in het midden van Ecuador op 200 kilometer ten zuiden van de hoofdstad Quito en heeft een oppervlakte van ruim 517.000 vierkante meter.
• De hoogtepunten van het park zijn de drie vulkanen: de Tungurahua, Sangah en El Altar. De eerste twee zijn momenteel te actief om te worden beklommen. El Altar wordt beschouwd als niet-actief.
• Het Sangay Nationaal Park biedt onderdak aan de zeldzame Bergtapir, Brilbeer en de Andescondor.

Het park ligt in het centrum van Ecuador en bevat wel meer dan 517.000 vierkante meter. In 1975 kreeg het park de benaming ‘Wildlife Reserve’ om zo de flora en fauna te beschermen. Al gauw werd het officieel Sangay Nationaal Park genoemd en uiteindelijk werd het in 1983 op de UNESCO werelderfgoedlijst gezet. Het park ligt 200 kilometer ten zuiden van de hoofdstad Quito en is het makkelijkste te bereiken vanaf het noorden. Vanaf de stad Baños is het ongeveer 70 kilometer naar de entree van het park.

Het park wordt gedomineerd door drie grote vulkanen. De meest actieve vulkanen van Ecuador, de Tungurahua en de Sangah, bevinden zich in het Sangay Nationaal Park. Deze twee vulkanen zijn erg gevaarlijk om te beklimmen. De vulkaan El Altar is 5318 meter hoog en uitgedoofd. Daarom is het een populaire vulkaan voor bergbeklimmers. Ook voor paardrijders, mountainbikers en wandelaars is het park aan te raden.

De wildernis van het park is zo gevarieerd dat het een erg populaire plek is om te bezoeken. Het park heeft meer dan 300 meren en heeft verder watervallen, vulkanen, rivieren, grotten en warmwaterbronnen. Door het isolement van het park zijn er veel inheemse soorten voortbestaan, zoals de Berg Tapir, Brilbeer, Cavia en de Puma. Ook de beroemde Andescondor, die behoort tot een van de grootste vliegende vogels op aarde, is gespot in het park.

Het bezoeken van het park is gratis, zoals bijna alle nationale parken in Ecuador. Er worden erg veel activiteiten georganiseerd vanuit grote plaatsen in Ecuador, maar de meeste worden georganiseerd vanuit de stad Baños. Een verblijf in deze stad is eveneens aan te raden tijdens een vakantie in Ecuador vanwege de warmwaterbronnen, de vele wandelmogelijkheden en avontuurlijke excursies. Voor liefhebbers van verschillende ecosystemen, de veelzijdige natuur, flora en fauna is het grootste park van Ecuador bij uitstek een walhalla en mag dus zeker niet gemist worden tijdens een reis in Ecuador.