Als we over Spaanse producten praten dan horen de auto’s van SEAT daar zeker bij.  In de jaren ‘60 zag je op de weg voornamelijk maar één soort auto, namelijk de Seat 600. Dit is dan ook de reden dat de Seat 600 symbool staat voor de Spaanse industriële ontwikkeling.

• De afkorting SEAT staat voor Sociedad Española de Automóviles de Turismo.
• Seat vernoemt al haar modellen naar Spaanse plaatsen. Voorbeelden zijn de Seat Ibiza, de Marbella en de León.
• De eigenaar van SEAT is Volkswagen Auto Group.

Op 9 mei 1950 werd het bedrijf ´Sociedad Española de Automóvil de Turismo´ opgericht. Op dat moment was dictator Franco aan de macht, die de motorisering binnen Spanje wilde stimuleren. Spanje was echter niet in staat om zelf auto's te produceren, dus hulp van buitenaf was nodig. Via staatsbedrijf INI werd er een overeenkomst gesloten met het Italiaanse merk Fiat om een aantal van hun modellen te gaan maken. Een belangrijke eis was wel dat 90% van de productiematerialen uit eigen land zouden zijn.

Om de autoproductie te kunnen realiseren, werd er een grote fabriek gebouwd in Zona Franca, net buiten Barcelona. Op 13 november 1953 werd er de allereerste auto gemaakt: de Seat 600 die deels uit Italiaanse onderdelen bestaat. Sinds 1957 komen alle auto-onderdelen uit Spanje en werd de eerste echte Spaanse auto geproduceerd. De Seat 600 werd een razend populaire auto onder de Spaanse bevolking. Seat heeft er dan ook in totaal 800.000 auto's van geproduceerd in ruim 16 jaar tijd. Zelfs tegenwoordig zijn deze auto's nog populair vanwege hun nostalgische verleden.

Na het overlijden van dictator Franco verandere Spanje in een democratie en zocht aansluiting bij de West- Europese landen. Seat kwam te koop te staan en Fiat leek het meest voor de hand liggend voor de overname van het bedrijf. Een onderhandeling tussen de twee bedrijven resulteerde in  1976 tot een overeenkomst. Fiat zat echter in die tijd financieel slecht en de deal ging uiteindelijk niet door. INI besloot de overeenkomst van Fiat over te nemen, zo bleef Seat een echt Spaans bedrijf.

Seat breidde zich in de loop van de jaren verder uit en produceerde eigen modellen zoals de Ibiza en de Marbella. Later volgden er meerdere modellen, die net als de Ibiza en de Marbella, allen vernoemd worden naar Spaanse plaatsen zoals de Toledo, León en Córdoba.

In 1982 werd er een overeenkomst gesloten met Volkswagen om meer Volkswagens in Spanje te produceren. Ruim drie jaar later nam Volkwagen 51% van de aandelen van Seat over. Dit groeide in de jaren daarna door tot 100%. Seat werd zo onderdeel van de Volkswagen Auto Group. In de loop der jaren werd dit ook duidelijk zichtbaar toen er modellen uitkwamen die bijna identiek waren aan de Volkswagen modellen. Een goed voorbeeld hiervan zijn de gelijkenissen tussen de VW Sharan & de Seat Alhambra.

Sinaasappels zijn over de hele wereld populair, maar waar komen de lekkerste sinaasappels vandaan? Spanje is een belangrijk exportland van sinaasappels, met in het speciaal de stad en regio Valencia. Door haar mediterrane klimaat kunnen deze vruchten hier op de juiste temperaturen geteeld worden. De zoete smaken van de perfect uitziende Valenciaanse sinaasappels komen op deze manier het beste naar voren. Bovendien worden er verschillende soorten geteeld met elk zijn unieke kenmerken.

• Vitamine C is één van de belangrijkste vitamines voor een mens en deze vind je in een sinaasappel!
• Er zijn zelfs verschillende soorten van de Valenciaanse sinaasappel.
• Bezoek één van de vele akkers rondom Valencia om de unieke smaaksensatie op de plaats zelf mee te maken.

Dat fruit gezond is, weet iedereen. Maar dat sinaasappels, en dan met name de Valenciaanse sinaasappels, goed zijn voor verschillende kwaaltjes van het lichaam en je humeur? De Valenciaanse sinaasappel bevat vitamine C, hét middel om je lichaam te weren tegen griep, verkoudheid en winters weer. Daar komt nog eens bij dat ze goed zijn tegen spijsverteringsstoornissen, hoofdpijn, reuma, stress en depressie. Met een Valenciaanse sinaasappel zit je dus altijd goed in je vel! Ze worden voor verschillende doeleinden gebruikt. Niet alleen kun je er simpelweg sap van maken of het totaal tot haar recht laten komen in een zomerse fruitsalade, ook wordt de Valenciaanse sinaasappel gebruikt voor de Nederlandse jam vanwege haar zoetsappige smaak.

Sinaasappels stammen af van een citrusvrucht. Het feit dat de sinaasappel familie is van de citroen is dan ook geen verrassing. Deze heerlijke, oranje vrucht krijgt de beste smaak wanneer hij gecultiveerd is bij een temperatuur van gemiddeld 23 graden Celcius; de perfecte plek hiervoor is de omgeving van Valencia! Spanje heeft in het oosten van het land namelijk een mediterraan klimaat, lange, warme zomers en zachte winters. Dit is perfect voor de teelt van sinaasappelen. Een sinaasappel is kleiner maar zoeter dan grapefruit en groter dan een mandarijn. De geur van een sinaasappel is minder sterk dan die van een mandarijn.

Er zijn verschillende soorten van de beroemde Valenciaanse sinaasappel. Niet alle sinaasappels zijn rond en oranje. La Naranja Navelina is middelgroot, vaak gewoon rond maar soms ook licht ovaal, fel oranje van kleur en heeft zeer sappig vruchtvlees. Het perfecte voorbeeld van een Valenciaanse sinaasappel is de Naranja Salustiana, de excellente vrucht is erg zoet en heeft veel sap. Dan heb je nog de Naranja Navel lane late en de Navel late, ze verschillen niet niet veel, maar net genoeg om ze van soort te scheiden. De Navel late is kleiner en minder populair vanwege zijn langwerpige vorm en minder dikke maar consistente schil. Zijn kleur is daarnaast ook minder aangenaam voor een sinaasappel: licht oranje. Dit heeft echter niets met de smaak van een sinaasappel te maken. Het tweede perfecte voorbeeld van een Valenciaanse sinaasappel is de Naranja Valencia, heel verrassend. De vrucht is middelgroot, een beetje langwerpig en heeft een fijne, dunne schil. De smaak is om over naar huis te schrijven, Naranja Valencia heeft een zeer prettige smaak; lekker zoet met een licht zuur vleugje. Het is de nieuwste soort die in Valencia wordt geteeld en wordt gezien als één van de beste. Een aparte soort is de Naranja Sanguina. Veel meer kan er niet verschillen aan een sinaasappel, toch heeft deze soort iets speciaals; hij differentieërt zich van anderen door zijn rode pigmenten in de schil én in de vrucht zelf. Daarnaast heeft het een beetje framboos- of kersensmaak in zich, wat het toch een uniek soort sinaasappel maakt.

Valencia heeft haar akkers voor sinaasappels in de omgeving liggen rondom de stad en sommigen van dezen zijn te bezoeken. De sinaasappelbomen in de stad Valencia zijn meestal alleen voor de sier en deze vruchten hebben dan ook niet de échte, kenmerkende smaak van de Valenciaanse sinaasappels. Het is aan te raden om naar de grootste vis, vlees, fruit en groente markt van Europa te gaan midden in de stad, waar je de lekkerste sinaasappels kunt kopen!

Voetbal in Zuid-Amerika is net zo belangrijk als het voetbal in Europa. Vrijwel alle landen doen er intensief aan mee. Zo zijn er twee, zeer bekende, competities van Zuid-Amerika en nog twee bekende landelijke competities van de grote en voetbalmachtige landen Argentinië en Brazilië.

Het belangrijkste voetbaltoernooi in Latijns-Amerika is vergelijkbaar met de Europese Champions League en heet ‘Copa Libertadores’. De letterlijke vertaling hiervan zou zijn “Beker van Bevrijders van Amerika”. Het is een jaarlijks toernooi dat opgezet is door Confederación Sudamericana de Fútbol (CONMEBOL), de voetbalbond van Zuid-Amerika. Alle Zuid-Amerikaanse landen, met uitzondering van Suriname, Frans-Guyana en Guyana die lid zijn van CONCACAF in Noord-Amerika, zijn leden van de CONMEBOL. Het toernooi wordt gespeeld met de landelijke Zuid-Amerikaanse voetbalclubs. De landen die deelnemen zijn: Chili, Brazilië, México, Colombia, Venezuela, Peru, Bolivia, Paraguay, Uruguay en last but not least Argentinië. Ieder land levert een aantal clubs die meedoen aan deze bekerwedstrijd. Argentinië en Brazilië zijn hierin de grootste landen, zij leveren 5 clubs waar de rest van de landen er 3 leveren. De huidige kampioen van dit toernooi is de Braziliaanse club ‘Corinthians’, zij wonnen in 2012 de finale van de Argentijnse ‘Boca Juniors’.

Naast het specifiek op Latijns-Amerika gerichte voetbaltoernooi, heeft Zuid-Amerika ook nog een populair toernooi. Sinds 1916 organiseert de CONMEBOL de ‘Copa América’. Dit toernooi kan worden vergeleken met onder andere de Africa Cup en het Europees Kampioenschap Voetbal. De deelnemende landen zijn de leden van CONMEBOL (zoals hierboven genoemd) met vanaf 1993 per keer twee gastlanden uit andere werelddelen. Tot nu toe is México 7 keer gastland geweest, maar hebben ook Costa Rica, de Verenigde Staten en Japan deelgenomen aan het toernooi.

De twee grootste landen in Zuid-Amerika zijn Brazilië en Argentinië, het is dan ook niet verwonderlijk dat zij beiden een eigen competitie hebben; een landelijke competitie. Brazilië is een groot land met veel sterkte voetbalteams. De beste clubs zijn ‘Santos’, ‘Palmeiras’ en ‘São Paulo’. De competities worden van mei tot en met december gehouden tussen de 20 nationale clubs. Voor iedere club zijn er thuis- en uitwedstrijden. Vroeger was de landelijke competitie opgedeeld in staatkampioenschappen. Niet omdat ze niet van elkaars bestaan wisten, maar omdat reizen in die tijd moeilijk was in zo’n groot land als Brazilië. Tegenwoordig gaat dit uiteraard makkelijker en kunnen alle clubs tegen elkaar spelen. Toch zijn de Braziliaanse staatkampioenschappen nog steeds belangrijk vanwege traditie en lokale rivaliteit.

Niet alleen Brazilië heeft eigen wedstrijden, ook Argentinië is een groot land met sterke teams en heeft haar eigen competitie. In Argentinië hebben ze ‘Primera División’. Hierin bestaan twee competities: de Torneo Final en de Torneo Inicial. Vroeger was er de Apertura en de Clausura, maar hieruit werd niet duidelijk wie de échte kampioen was. Dit systeem zul je niet snel zien in Europa, maar komt wel bij andere landen in Zuid-Amerika voor. Deze nieuwere opzet van de Torneo Inicial en de Torneo Final zorgde voor één winnaar, in plaats van twee. De kampioenen van Inicial en Final zouden dan strijden om de titel. Uiteindelijk bleek het voor de Argentijnse bond AFA toch nog lastig één winnaar aan te geven en worden de winnaars van Inicial én Final gezien als kampioen. Het wordt echter nog gekker; de winnaar van de finale tussen Inicial en Final mag zich de grote winnaar van Argentinië noemen en zo lijkt het dat de AFA nog niet helemaal voor het nieuwe systeem wil kiezen en er dus ieder jaar drie kampioenen zijn.

Brazilië 2014

Op 12 juni is het weer zover! De 20^e editie van het wereldkampioenschap voetbal zal plaatsvinden in Zuid-Amerika, in het gastland Brazilië. Dit jaar nemen 32 teams deel en zij zullen tegen elkaar strijden in acht ploegen van vier teams. De eerste twee kwalificeren zich voor de achtste finales. Vanuit de achtste finales wordt er verder gespeeld volgens het zogenaamde ‘knock-outsysteem’: winnaars gaan door naar de volgende ronde en voor de verliezers is het toernooi over. Na het wereldkampioenschap in 1950 is dit de tweede keer dat het toernooi plaatsvindt in Brazilië. De aftrap zal worden gegeven in het nieuwe stadium van São Paulo met de wedstrijd Brazilië tegen Kroatië.

• Het wereldkampioenschap is begin deze zomer in Brazilië. De wedstrijden worden gespeeld in één van de twaalf stadions in de gaststeden: Manuas, Cuiabá, Brasílía, Fortaleza, Natal, Recife, Salvador, Belo Horizonte, Rio de Janeiro, São Paulo, Curitiba en Porto Alegre.
• De eerste wedstrijd van het Nederlands voetbalteam is tegen Spanje en zal op 13 juni om 21.00 Nederlandse tijd plaatsvinden. Nadat Nederland verloor van Spanje in de finale van het WK 2010 in Zuid-Afrika, zal deze wedstrijd erg spannend worden.
• Natuurlijk is er ook dit jaar weer een spectaculaire opening en een WK-lied.

Het was niet helemaal de bedoeling dat Brazilië weer het gastland van het WK zou worden. In 2003 besloot de FIFA dat het toernooi in Zuid-Amerika zou worden gehouden. Na de terugtrekking van Colombia en Argentinië werd er bekend gemaakt dat Brazilië de enige overgebleven kandidaat was. Toch werd er een slag onder de arm gehouden door te stellen dat Brazilië aan de vereiste kwaliteitseisen moet voldoen. Uiteindelijk is dat gelukt en worden de wedstrijden gespeeld in een van de 12 gaststeden in Brazilië.

We weten allemaal dat Brazilië bekend staat om haar carnaval en om de rythmische sferen. De slogan van het FIFA 2014 is dan ook ‘all in one rythm’, oftewel alles in een ritme. Het kiezen van het logo, een masscotte en de bal is gedaan door een internetpeiling. Het logo is een typische vertegenwoordiging van Brazilië, het bestaat uit drie handen die samen de wereldbeker voorstellen. De handen zijn geel en groen, de kleuren van de Braziliaanse vlag. Ook de mascotte heeft de kleuren geel en groen. Zijn naam is ‘Fuleco’, een samenstelling van de woorden ‘Futebol’ (voetbal) en ‘Ecologica’ (ecologie). Ook vele Braziliaanse voetbalnamen eindigen op –‘eco’. Fuleco is een driebandgordeldier dat alleen voorkomt in Brazilië en een erg grappig detail is dat het dier zich bij gevaar kan zich kan oprollen als een ba. De voetbal zal ‘Adidas Brazuca’ heten. Brazuca is een nationaal woord waarmee de Brazilianen de nationale trots van de manier van leven aanduiden. Het symboliseert emotie, trots en welwillendheid.

Spanje - Nederland

Spanje en Nederland hebben zich beiden weten te kwalificeren voor het WK. Het Spaanse en Nederlandse elftal hebben een voetbalgeschiedenis. In het verleden hebben Spanje en Nederland tien maal tegen elkaar gespeeld. De meest memorabele wedstrijd is toch wel de finale wedstrijd van het WK in Zuid-Afrika in 2010, waar Spanje in de reservetijd won van Nederland. Nu, 4 jaar later, zal Nederland het openingsduel wederom tegen Spanje spelen. Ook al laten de statistieken zien dat Nederland een kleine kans heeft om te winnen, wij geloven erin dat Nederland de wedstrijd gaat winnen! Deze wedstrijd wordt gespeeld in het stadion van Salvador op 13 juni om 13.00 (Nederlandse tijd 21.00 uur).

Aan het begin van de zomer, begint dus het wereldkampioenschap voetbal 2014. De opening vindt plaats op 12 juni. Zorg dat je dit niet mist. Het WK-lied van deze editie wordt gezongen door Jennifer Lopez, Pitbull en de populaire Braziliaanse zangeres Claudia Leitte. Het nummer heet ‘We Are One’ en de verwachtingen zijn dat het net zo’n hit wordt als de WK-hit ‘Waka Waka’ van Shakira. Ook de verwachtingen van het voetbal van Spanje en van de Latijns Amerikaanse landen Argentinië en Uruguay zijn erg hoog, dus zorg dat je op de hoogte blijft!

Het Spaanse elftal in Brazilië

Zoals we allemaal weten verdedigt Spanje deze zomer de wereldbeker op het WK 2014 in Brazilië. Inmiddels is het bekend dat Spanje in dezelfde poule als Nederland zit. Samen met Australië en Chili vormen zij poule B en vinden de eerste wedstrijden plaats op 13 juni. Ook al heeft ‘La Roja’, het Spaanse elftal, het WK 2010 én het EK 2012 gewonnen, vrezen zij toch een beetje voor de tegenstanders. Ons Oranje is natuurlijk volledig gefocust op het wraak nemen voor de verloren finale uit 2010. Maar ook voor Chili wordt gevreesd, dat op dit moment één van de gevaarlijkste elftallen van Zuid-Amerika is.

• Het is nog niet duidelijk wie er in de selectie van het Spaanse elftal zitten tijdens het WK in Brazilië, maar er zullen vast veel bekende namen bij zitten zoals Ramos, Alba, Villa en Piqué.
• Het is nog de vraag of de oudere garde zoals Casillas en Alonso in de selectie komen.
• Als Spanje het WK 2014 wint, wordt het land naast Italië en Brazilië het derde land wat zijn wereldtitel met succes heeft verdedigd. 

Dit jaar staat la Roja opnieuw onder de leiding van Vicente del Bosque, die ook de trainer was tijdens het WK 2010 en het EK 2012. Sinds 2008 gaat del Bosque over welke spelers Spanje vertegenwoordigen tijdens internationale wedstrijden en toernooien. En hij doet dat goed, gezien de succesvolle resultaten van de afgelopen jaren. Het Spaanse voetbal succes blijft maar komen, ook staan ze in de geschiedenisboeken als het eerste elftal dat zijn Europese titel met succes heeft verdedigd. Spanje werd namelijk in 2008 ook al Europees kampioen, en ook hier stond het team onder leiding van Luis Aragonés.

Het is nog niet precies bekend hoe de selectie van La Roja eruit gaat zien tijdens het WK, maar veel van de spelers zullen hoogstwaarschijnlijk van de Spaanse voetbalteams Real Madrid, Atlético Madrid en FC Barcelona zijn. De vaste spelers in het nationaal elftal zijn met name Ramos, Alba, Iniesta, Valdén, Villa, Fàbregas, Piqué, Busquets, Pedro en Arbelo. Veel van hen zullen te zien zijn tijdens het WK in Brazilië.

Tijdens het WK 2014 zal het Spaanse elftal verblijven in het trainingscentrum CT do Caju in Curitiba. Het trainingscentrum dat bekend staat als het grootste en modernste van Brazilië. Door Curitiba te kiezen zit het elftal ook redelijk dicht in de buurt van de steden waar de eerste wedstrijden worden gespeeld.

Onder leiding van del Bosque heeft het Spaanse elftal maar 8 van de 85 wedstrijden in de internationale competitie verloren. Maar voordat het WK echt begint, speelt Spanje nog één wedstrijd, een vriendschappelijke wedstrijd tegen El Salvador in het Redskins’ stadion in Landover, Washington. Er zijn erg veel positieve verwachtingen van het Spaanse elftal en Spanje zal er natuurlijk alles aan doen om de beker binnen te halen. ¡Viva España!

Deze Spaanse Formule 1-coureur Fernando Alonso is geboren op 29 juli, 1981 in de stad Oviedo, dat in de noordelijke regio Asturië ligt.

Alonso staat natuurlijk bekend om al zijn overwinningen in de kart- en Formule 1-wereld, maar vooral door de snelheid waarmee hij zijn weg naar de hoogste tak van de autosport wist te vinden.

• In Spanje, een land zonder Formule 1-traditie, hebben zijn successen tot een echte “Alonsomania” geleid en is Fernando Alonso een nationale held.
• Een grappig detail is dat de Asturische vlag dezelfde kleuren als het Renault-team heeft, namelijk lichtblauw en geel. De tribunes waren tijdens de Grand Prix van Spanje totaal veranderd in een lichtblauwe zee van toeschouwers.

Op zijn derde was Alonso al fan van auto’s. Zijn vader bouwde een autootje voor zijn achtjarige oude zus, maar die vond het alles behalve interessant. Voor de kleine Alonso daarentegen, was het liefde op het eerste gezicht. Hij begon met karten en op zijn zesde was duidelijk dat het niet zomaar een hobby was. Daarna kwamen zijn eerste overwinningen: in 1988 in Pola Liviana waar hij de kinderkampioenschappen won en twee jaar daarna won de toen negenjarige Alonso de jeugdkampioenschappen in Asturias en het Baskenland.

Tot 1998 was Alonso actief in karten en had tegen die tijd al vele overwinningen op zijn naam staan. In 1999 maakte hij de overstap naar de eenzitters en werd al meteen kampioen van Spanje tijdens de Nissan Euro-Open Series. Een jaar later rijdt Alonso voor het team van Astromega in het internationale Formule 3000 kampioenschap. Na dit seizoen tekende Alonso een Formule 1 contract bij het Minardi team en maakt zijn debuut in de Grand Prix Australië op 4 maart 2001, als twee na jongste F1-coureur uit de geschiedenis. Tijdens zijn tijd bij Minardi wint hij niks, maar hij presteert tijdens kwalificatieritten vaak beter dan andere piloten, waardoor hij zich  in 2002 aansluit bij Renault als testpiloot en promoveert in 2003 naar volwaardig piloot.

Als Formule 1 piloot bij Renault haalt hij zijn eerste podiumplek op de Grand Prix van Maleisië, de derde plek en enkele weken later wordt hij tweede, achter Michael Schumacher op de Grand Prix van Spanje. In augustus wordt hij wel eerste op de Grand Prix van Hongarije en uiteindelijk scoort hij in 12 van 18 Grand Prixs punten wat uiteindelijk goed is voor een vierde plek in de eindstand van het wereldkampioenschap.

De Jongste Formule 1 Wereldkampioen

2005 en 2006 zijn de hoogtijdagen van de formule 1 coureur. In 2005 werd Alonso op 24 jarige leeftijd de jongste wereldkampioen in de geschiedenis van de Formule 1. Vanaf 2006 gaat het allemaal niet zo lekker maar in 2012 en 2013 eindigt Alonso op de tweede plek van het wereldkampioenschap. Alonso rijdt al sinds 2011 bij Scuderia Ferrari en staat momenteel op de vierde plek van het wereldkampioenschap. Op het afgelopen circuit in Bahrein heeft Ferrari het niet erg goed gedaan. De eerstvolgende Grand Prixs zijn in China, Monaco en Barcelona. “Van daar zou het beter moeten gaan en moeten we podium plaatsen pakken”, aldus Alonso. Ferrari heeft de middelen, het potentieel en ze hebben alles in eigen hand. We zullen het zien!

De Spaanse Bijenkorf, zo zouden we deze Spaanse warenhuisketen wel kunnen noemen. El Corte Inglés is één van de wereldleiders in warenhuizen en bestaat al meer dan 70 jaar. Zo klein ze eind 19e eeuw begonnen zijn, zo groot zijn ze nu. El Corte Inglés heeft alles: van make-up tot een staafmixer en van een blik bonen tot een stylische outfit.

• Sinds de stichting in 1940 heeft het warenhuis heel wat ervaring opgebouwd en kun je er terecht voor bijna alles wat je nodig hebt. De letterlijke vertaling van El Corte Inglés in het Nederlands is De Engelse Snit.
• Naast de warenhuizen heeft de Spaanse Distributiegroep El Corte Inglés ook nog andere ketens, waaronder ‘Viajes Corte Inglés’ en het bekende Sfera. Sommigen van deze keten bevinden zich alleen in El Corte Inglés zelf, anderen hebben ook eigen filialen.
• Met 87 filialen van El Corte Inglés in totaal is het warenhuis niet te missen. Iedere stad in Spanje heeft er sowieso één en ze bevinden zich allemaal op een prominente plek in de stad. Het warenhuis heeft nu ook 2 filialen in Portugal.

De eerste Corte Inglés

Het begon allemaal met een klein winkeltje op de hoek van de straat ‘Calle Preciados’ in Madrid in 1890, opgericht door Ramón Areces. Het winkeltje was gericht op kleding voor kinderen en maatwerk. Pas in 1940 kreeg het de officiële naam El Corte Inglés S.L., welke in 1952 omgevormd werd naar Sociedad Anónima, S.A. (Naamloze Vennootschap). Toch duurde het nog 22 jaar voordat het tweede filiaal werd geopend. In 1962 besloot El Corte Inglés ook Barcelona omver te blazen met dit nieuwe type winkel en het sloeg aan. Binnen de kortste keren ontstonden er nieuwe warenhuizen in verschillende steden van Spanje. Het doel was en is nog steeds de doelgroep een volledig assortiment aan te bieden op elk gebied: van lichamelijke verzorging en mode tot woonaccessoires en boodschappen. Het is daarom ook niet voor niets dat de warenhuizen van El Corte Inglés allemaal meer dan 4 verdiepingen hebben. De grootsten hebben 9 verdiepingen en bevatten zelfs een parkeergarage en wisselkantoren voor vreemde valuta.Apotheken, hakkenbarren, opticiens, tabakszaken, kledingzaken of een supermarkt; je kunt het zo gek niet bedenken of El Corte Inglés heeft het. Dit allemaal om de klant alles te geven wat die nodig heeft. Onlangs heeft het warenhuiseen methode bedacht waardoor klanten op alle verdiepingen kunnen winkelen zonder bij ieder merk afzonderlijk af te hoeven rekenen. Met het boekje Carta de Compras kunnen klanten in één keer al hun spullen afrekenen door middel van een stickersysteem.

Het warenhuis El Corte Inglés verkoopt veel merken door middel van een soort store-in-store systeem. Make-upmerken zoals bijvoorbeeld L’Oreal Paris en Maybelline New York hebben een eigen afdeling met een eigen kassa en vertegenwoordiger om het merkt te verkopen. Hetzelfde gebeurt met kledingmerken en –winkels die hun producten in El Corte Inglés verkopen. Zo hebben bijvoorbeeld Desigual, Mango en Tommy Hilfiger ook eigen afdelingen. Naast de verschillende merken die El Corte Inglés verkoopt, heeft het ook een eigen merk. De meest bekende is waarschijnlijk ‘Sfera’, een merk dat niet alleen kleding verkoopt, maar ook make-up en lichaamsverzorgingsproducten en naast afdelingen in het warenhuis ook eigen filialen heeft. Verder zijn er de keten Telecor (telecommunicatie), Hipercor (hypermarktketen), Supercor (supermarktketen), Opencor (gemakswinkels), Viajes Corte Inglés (reizen), Bricor (bouwmarkten), Informática Corte Inglés (software)en Óptica2000 (Opticiens en audiciens).

Met 87 filialen in totaal is El Corte Inglés de grootste groep warenhuizen van Europa. Vanaf 2001 heeft het ook 2 vestigingen in Portugal: Lissabon en Porto (2006). In Spanje heeft iedere autonome regio minimaal één vestiging van El Corte Inglés, behalve de autonome regio La Rioja. Bijna elke stad in Spanje heeft de publiekstrekker in haar bezit. De grote Spaanse steden hebben er zelfs twee of drie. De grootste steden van Spanje hebben er natuurlijk heel wat meer: Madrid loopt op kop met maar liefst 11 Corte Inglés warenhuizen, daarna komen Barcelona (5) en Valencia (4). De warenhuizen van El Corte Inglés zijn alleen al leuk om rond te kijken, zeker de moeite waard om te bezoeken dus!

In Spanje is het schoolsysteem ingericht door de overheid en is het de taak van het ‘Ministerio de Educación y Ciencia’, het Ministerie van Onderwijs, om de kwaliteit hoog te houden. Hier zijn ook wetten aan verbonden.

In sommige landen kun je als Nederlander erg in de war raken door het schoolsysteem. De jaren zijn anders ingedeeld of het niveau is niet vergelijkbaar. Het schoolsysteem van Spanje is vergelijkbaar met dat van Nederland. Toch zijn er een aantal verschillen.

• Het secundair onderwijs, Educación Segundaria Obligatoria (ESO),  in Spanje is vergelijkbaar met de middelbare school in Nederland. Alleen kennen ze op de scholen  in Spanje geen verschillende niveaus.
• In Spanje hebben ze net als in Frankrijk het baccalaureaat, een diploma dat je behaalt om toegang te krijgen voor de universiteit/hoger onderwijs.
• De regeling omtrent het hoger onderwijs en de universiteit is sinds een paar jaar het zelfde als in Nederland.

Onderwijs in Spanje

Het onderwijs in Spanje verschilt niet veel van het Nederlandse onderwijssysteem. De eerste laag is: crèche en lager onderwijs. Waarbij we educación infantil en educación primaria onderscheiden. Onder educación infantil vallen de eerste zes jaren van het kind waarin het kind niet verplicht is naar school te gaan. Vanaf de leeftijd van 3 maanden tot aan het derde jaar kan het kind terecht bij la guardería, de crèche. Deze moet per maand betaald worden en werkende moeders krijgen financiële hulp van de overheid. Daarnaast is er escuela infantil, de kleuterschool. Na de crèche kan het kind naar de kleuterschool tot dat het de leeftijd van 6 jaar bereikt heeft. Vanaf 6 jaar is het verplicht om naar school te gaan. Alle kinderen moeten dus een begin maken op het lager onderwijs, educación primaria. Het lager onderwijs bestaat uit drie cyclussen van elktwee jaar. El primer cyclo begint wanneer het kind 6 jaar is. Bij voldoende ontwikkeling mag het na twee jaar over naar el segundo cyclo en na weer twee jaar naar el tercer cyclo. In de derde cyclus wordt het kind voorbereid op het secundair onderwijs. Ze krijgen les in Castellano (Spaans), maar ook in de eventuele autonome taal en literatuur.

Het secundair onderwijs duurt vier jaar en wordt gegeven aan kinderen vanaf 12 jaar. Aan alle kinderen wordt in deze vier jaar op het zelfde niveau les gegeven. In de tweede en laatste cyclus kiest de leerling wel een profiel ter voorbereiding op het Baccalaureaat of de technische opleiding en na vier jaar studie en alle vakken voldoende te hebben afgerond, ontvangt de leerling een diploma: Graduado en Educación Secundaria. Dit diploma geeft toegang tot het Baccalaureaat en de technische opleiding, afhankelijk van wat het niveau van het kind is.

Het hoger secundair onderwijs is hetgeen waar kinderen naartoe gaan als ze het secundair onderwijs met succes hebben afgerond. Hieronder vallen twee niveaus: ‘Bachillerato’ en formación profesional. Het ‘Bachillerato’ duurt twee jaar en is qua niveau vergelijkbaar met de havo in Nederland. Het profiel dat de leerlingen in de tweede cyclus van het secundair onderwijs hebben gekozen, wordt vervolgd als specialisatie in een bedrijfstak naast de verplichte, algemene vakken. Het diploma dat je krijgt na afronding van het Baccalaureaat is een vereiste voor de toelating tot de universiteit. Daarnaast is er nog formación profesional, dit zijn lessen en praktijklessen. Het is een opleiding tot een praktijkberoep en geeft toegang tot verdere cursussen, een baan en het Baccalaureaat.

Het hoger onderwijs en de universiteit is sinds 2006 hetzelfde als in Nederland. Vanaf 2006 werkt Spanje nu ook met een Bachelor-Master structuur. Voordat je aan de hogeschool of de universiteit mag beginnen, moet je in Spanje eerst een toelatingsexamen afleggen, ‘la Prueba de Acceso a la Universidad’, beter bekend als de selectividad. Deze test de kennis de je op het Baccalaureaat hebt geleerd. De Bachelor in Nederland heet in Spanje ‘los Estudios de Grado’ en duurt vier jaar. Om af te studeren dient er een afstudeeropdracht gedaan te worden die je uiteindelijk el Titulo de Graduado geeft. De volgende stap is ‘Máster Universitario’ en duurt twee jaar. Ook hiervoor dien je een verslag in te leveren, beter bekend als de afstudeerscriptie. Voor de echte doorzetters is er ‘Doctorado’, dit omvat zelfstandig onderzoek ter voorbereiding op het schrijven van het proefschrift om de hoogste titel te krijgen.

Spaanse cultuur

Sport is erg belangrijk in de Spaanse cultuur. De belangrijkste Spaanse sport is voetbal. Maar naast het voetbal zijn ook tennis, autosport en golf erg populair in Spanje. Spanje kent veel sporters die op internationaal niveau goede prestaties hebben neergezet.

De Spaanse voetbal

Voetbal is de nationale sport van Spanje. Voetbal wordt al gespeeld in Spanje sinds het laatste decennium van de negentiende eeuw. De Spaanse clubs, het nationaal elftal en de nationale competitie 'Primera División' behoren tot de beste, sterkste en bekendste van de wereld. De all-time topscorer van Spanje is David Villa. Ook werd het Spaanse nationale team in totaal één keer wereldkampioen in 2010 in Zuid Afrika, en 7 keer Europees kampioen.

Golven in Spanje

Spanje is ook het perfecte land om te golven. Spanje heeft het ideale klimaat om te kunnen golven, zo is het in het zuiden van het land in de winter 18 graden en in de zomer in het noorden 20 graden. Spanje beschikt in totaal over 250 golfbanen die samen zorgen voor meer dan een half miljoen golfuren per jaar. Robert Trent Jones, Jack Nicklaus, Severiano Ballesteros en José Maria Olazábal zijn enkele bekende namen in de golfwereld die verbonden zijn aan de Spaanse golfbanen.

Autosport in Spanje

Naast voetbal en golf is ook autosport in Spanje erg populair. Spanje heeft meerdere circuits voor autosport. Maar de meest bekende zijn het circuit van Catalunya waar jaarlijks de Formule 1 race plaatsvindt, en het circuit van Jerez de la Frontera waar jaarlijks de moto GP plaatsvindt. Een van de bekendste Spaanse autocoureurs is Fernando Alonso. Fernando Alonso is en tweevoudig wereldkampioen en in 2005 was hij zelfs de jongste wereldkampioen ooit. Zijn succes heeft in delen van Spanje gezorgd voor 'Alonsomania'. Fernando Alonso is nog steeds actief in de formule 1 en rijdt op dit moment voor Ferrari.

Spaanse tennissers

Tot slot de sport die naast het voetbal het meest bekend is in Spanje, tennis. Spanje kent vele professionele tennissers die op internationaal niveau erg hoog genoteerd staan. Deze Spaanse tennissers hebben hun succes onder andere te danken aan de tennisbanen en scholen die ze in het verleden tot hun beschikking hebben gehad. Rafael Nadal is de bekendste Spaanse tennisser en is momenteel de nummer 4 van de wereld. Zijn bijnaam is de koning van het Gravel, veel experts beschouwen hem als de beste gravelspeler aller tijden. Nadal heeft 11 Grand Slam titels gewonnen, waarvan 7 maal Roland Garros. Zijn beste positie behaalde hij in 2008, op dat moment was Rafal Nadal de nummer 1 van de wereld.